In deze leeswijzer gaat het om de verschillen tussen mannen en vrouwen; van de manier waarop zij geschapen zijn, tot de taken en verantwoordelijkheden die God hen heeft gegeven. Het gaat over de verhoudingen in het huwelijk en in de kerk. Omdat de GS van de GKv van Meppel 2017 besloten heeft alle kerkelijke ambten open te stellen voor vervulling door vrouwen, zullen verhoudingsgewijs veel bijdragen daarover gaan. De reden daarvan is de grote gewetensproblemen die daardoor ontstaan (zijn) bij veel kerkleden. Belangrijk is het besef dat deze besluiten niet op zichzelf staan; wat ook blijkt uit de gronden onder de besluiten. We wijzen op bijdragen die elders verschenen zijn en geven kort een aanduiding van het belang. Met daarbij de internetlink van de website waarnaar we verwijzen. We kiezen – in grote lijnen – een chronologische volgorde: de meest recente stukken bovenaan. Hier en daar is er een overlap met bijdragen die ook in de leeswijzer hermeneutiek naar voren komen.
Van ‘geslacht’ naar ‘gender’
Een radicale verandering
Onder deze titel schrijft zr. I. Slump-Schoonhoven een artikel in Nader Bekeken van februari 2022 (een themanummer over Gender en identiteit). Een kort historisch overzicht over het denken over seksuele gevoelens, romantiek, biologisch geslacht en gender en hoe men tegenwoordig uitkomt bij genderidentiteit. Ze staat stil bij de actieve verspreiding van de norm dat het onderscheid tussen man en vrouw geen rol mag spelen. Handig is de begrippenlijst die in een apart tekstkader is opgenomen. Ze eindigt met een Bijbelse beschouwing. Daarin staat centraal dat God zelf het verschil in seksen heeft ingeweven in de schepping en dat we onze geslachtelijkheid krijgen als een geschenk van Hem, met de roeping dit geschenk te gebruiken in dienst van God als zijn beelddragers.
Het artikel is hier te lezen.
Wie ben ik
In De Bazuin van januari 2022 schrijft ds. S. de Marie een artikel over identiteit onder de titel ‘Wie ben ik?’ Hij staat stil bij de vraag hoe je identiteit is als je als jongen geboren bent, maar je eerder een meisje voelt. Hij schrijft hierover aan de hand van het onderscheid tussen biologisch geslacht en gender, zoals dat tegenwoordig veel wordt gemaakt. De Marie gaat de Bijbel na Gods keus om de mens als mannelijk en vrouwelijk te scheppen. Hij gaat in op de vraag wat een begaanbare weg is voor mensen die te maken hebben met genderdysforie.
Het artikel is hier te lezen.
Gendergelijkheid
Bij uitgeverij De Banier verscheen in 2021 het boek Gendergelijkheid, over transgender personen tussen ideologie en compassie, onder redactie van drs. J.A. Schippers. In De Bazuin van december 2022 biedt J.J.P. Bogaards een weergave van dit boek. Gestart wordt met het duiden van termen zoals transgender, intersekse personen, genderidentiteit en genderdysforie. Er is sprake van een genderideologie. Bogaards gaat, met dit boek, daarvoor terug naar de Yogyakartabeginselen (vastgelegd in 2006, aangevuld in 2017). Ze hebben verstrekkende gevolgen gehad voor wetgeving en beleid. Het boek gaat in op de invloed in de politiek en op het onderwijs. Een activistische visie en houding worden zichtbaar, zodat er gesproken kan worden van een genderideologie.
Het artikel kunt u hier lezen.
Sterke mannen, sterke vrouwen
In De Bazuin van november 2021 schrijft ds. C. Koster over wat (vooral) de schrijver van Spreuken zegt over de weg voor een goed huwelijk. Hij doet dat onder de titel ‘Sterke mannen, sterke vrouwen’. Voor een goed huwelijk is kracht nodig, schrijft hij. “Je hoeft er niet zoveel moeilijks voor te doen om je huwelijk te ruïneren. Dat kan op verschillende manieren, snel of langzaam, bewust of min of meer onbewust, vriendelijk of wreed. Weet u wat veel moeilijker is? Dat is om je huwelijk te bewaren. Om je huwelijk te doen groeien. Het vraagt veel moed en kracht van man en vrouw om je huwelijk sterker te maken. Dat vraagt lef en openheid van beide levensgezellen. Dat vraagt kwetsbaarheid en geduld over en weer. (…) Een sterk huwelijk heeft sterke mannen en sterke vrouwen nodig.” Koster bespreekt onderdelen van Spreuken 31 over de vermaningen die Lemuëls moeder aan hem gaf, met als onderdeel een stuk over sterke vrouwen, over het belang dat echtgenoten de HEERE vrezen en hun kracht bij God zoeken.
Het artikel is hier te lezen.
Echt scheiding?
In De Bazuin van november 2021 schrijft ds. M. Dijkstra over de onverbreekbaarheid van het huwelijk dat in de Bijbel het uitgangspunt is als het gaat om het huwelijk en om de gebrokenheid in de wereld door de zonde. Hij gaat in op de gronden voor echtscheiding zoals die onder gereformeerden steeds als grond zijn benoemd: overspel en kwaadwillige verlating.
Hij besteedt vervolgens vooral aandacht aan de vraag of er andere Bijbelse gronden zijn en gaat in op wat dr. J. Douma daarover heeft geschreven. Douma waarschuwde voor het verleggen van grenzen in dit opzicht, evenals de GS Hoogeveen van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in 1969/1970.
Ook gaat hij in op ‘onmogelijke situaties’ zoals gevallen van (seksueel) misbruik, mishandeling of psychische moeiten in het huwelijk. ‘Dat kan soms zó moeilijk zijn dat er een onhoudbare situatie ontstaat. In zulke situaties kan het noodzakelijk zijn uit gezondheids- of veiligheidsoogpunt om te scheiden van tafel en bed om niet langer bij elkaar te leven.
Tenslotte staat hij stil bij het grotere belang om niet naar het éinde, maar naar het begin, naar alles vóór het einde te kijken en pleit voor bezinning op huwelijk en echtscheiding. Hoe kan voorkomen worden dat mensen gaan scheiden? ‘Dat kan door gezamenlijke toerusting, door huwelijkscatechese, onderwijs en prediking vanuit de Bijbel over het huwelijk. Wat is het van belang dat er in de gemeente een sfeer van vertrouwen en openheid is om huwelijksproblemen vroegtijdig kenbaar te maken.”
Het artikel kunt u hier lezen.
Veelzeggend zwijgen
Onder deze titel schreef dr. B. van Egmond in het themanummer 2021 van Weerklank over Paulus’ aanwijzingen in 1 Tim. 2: 11 – 14, één van de zogenoemde zwijgteksten. Hij gaat na wat de uitleg en de bedoeling van deze tekst is in het kader van de dienst van vrouwen in de kerk. Hij betrekt daar ook 1 Cor. 14: 34 – 35a bij, een andere ‘zwijgtekst’. Van Egmond gaat hier na wat de woorden onderwijzen en leren in deze teksten betekenen en wat het verbod voor zusters om te onderwijzen inhoudt. Het hele artikel is te lezen op pagina 13-16 van WEERKLANK 9e jaargang.
Iedereen is super – over de genderrevolutie
Als het over mannelijkheid of vrouwelijkheid gaat is er de laatste jaren een opvallende trend in de westerse samenlevingen. Mannelijkheid of vrouwelijkheid wordt steeds vaker benaderd, niet vanuit de biologische invalshoek, maar vanuit welke sekse je kiest. In toenemende mate wordt aan kinderen geleerd dat hun seksuele en romantische oriëntatie niets te maken heeft met hun biologische geslacht, hun genderidentiteit en hun genderexpressie. Ida Slump-Schoonhoven schrijft daarover een artikel in het themanummer van Weerklank van juli 2021. Het hele themanummer is online te lezen, zoek bij de 9e jaargang. Over dit onderwerp is door haar ook een lezing gehouden op 4 maart 2020, deze kunt u hier bekijken.
Op Bijbels Beraad m/v wordt de vinger gelegd bij het zogeheten GenderDoeBoek voor scholen. Op dit boek wordt commentaar gegeven door Laurens van der Tang. Het gaat over dezelfde genderrevolutie als in het artikel van Slump-Schoonhoven. Van der Tang eindigt zijn artikel als volgt: “Lees het GenderDoeBoek voor scholen. Het maakt duidelijk wat je als christelijke school niet moet doen.” Het artikel is hier te lezen. Dit artikel maakt duidelijk dat er voor christelijke ouders bij hun opvoedingstaak tegenwoordig nieuwe waakzaamheid nodig is.
Grondslag van GKv-kerkverband aangetast met besluiten rond vrouwen in ambten
Dr. B. van Egmond schrijft in Nader Bekeken van oktober 2020 over de besluiten van de GKv-GS Goes rond de openstelling van de ambten voor vrouwen. De GS bleef bij die openstelling in reactie op revisieverzoeken. De GS gaf daarbij aan dat er twee overtuigingen mogen bestaan in de kerk: één waarin vrouwen in de ambten passen bij de Bijbel en één waarin vrouwen in de ambten in strijd wordt geacht met de Bijbel. Van Egmond signaleert dat deze overtuigingen tegenstrijdig zijn. Hij gaat na hoe het tot zo’n uitspraak kon komen. Dat ziet hij in de opmerkingen van de synodecommissie die stelde dat beide opvattingen voortkomen uit een eerbiedige omgang met de Bijbel.
We geven een paar stukjes citaat van Van Egmond:
‘Er wordt dus gezegd dat je op grond van Gods Woord twee zaken kunt beweren die elkaar uitsluiten. Zolang je maar allebei zegt dat je het gezag van Gods Woord ten volle respecteert. (…) Want het criterium waaraan opvattingen en praktijken in de kerk getoetst moeten worden, is in de synodebesluiten buiten spel gezet. Daarvoor in de plaats is gekomen de vrome bedoeling van de mens. (…) Deze synodebesluiten gaan uit van een ander – subjectief – fundament onder ons gemeenschappelijk geloven en belijden als kerken, en vragen ons (impliciet) om dat te aanvaarden. (…) Daarom mogen we deze synodebesluiten niet aanvaarden.’
Van Egmond komt tot deze conclusie omdat, met dit subjectieve criterium, de geestelijke eenheid als basis voor het kerkverband wegvalt.
Het hele artikel is hier te lezen.
Sprekende zwijgteksten
Ds. P. Niemeijer schreef in 2018 een boekje ‘Over zwijgteksten, scheppingsorde en Geesteswerk’. Het boekje roept tegenspraak op bij degenen die geloven dat de zogenaamde zwijgteksten, ook in de context van de gehele Schrift, een verhindering betekenen voor bijvoorbeeld openstelling van leidinggevende kerkelijke ambten voor vrouwen. Want Niemeijer ziet, in tegenstelling tot zijn eerdere stellingnames, in dit boekje nu wel ruimte voor die openstelling. Br. B.P. Hagens schreef in Nader Bekeken van november 2018 een tweedelige, kritische reactie bij onderdelen van dit boekje.
Graag maken we u attent op deze reactie en bevelen we die kennisname van harte aan. In deze signalering beperken we ons tot een paar opmerkingen over wat Niemeijer zegt over Geesteswerk. Niemeijer beroept zich voor de openstelling onder meer op, wat hij ziet als, regiewerk van de Heilige Geest. Strekking is dat we het beleid van de Heilige Geest moeten erkennen.
Hagens wijst aan (in deel twee van de serie), dat wat Niemeijer hierover zegt, ruimte laat voor een spanningsveld tussen wat wij nu als ‘beleid van de Geest menen te ervaren en wat het Woord van de Geest zegt, dat het Woord van Christus is. Niemeijer beroept zich op de gaven van de Geest. Hagens wijst er op dat de overstap van ‘gaven van de Geest’ naar ‘beleid van de Geest’ cruciaal is bij Niemeijer. Hagens: ‘Wij trekken uit de gaven een conclusie met betrekking tot zijn beleid. Mag de Heilige Geest dat alsjeblieft zelf bepalen?’ En: ‘Nergens in de Bijbel staat een aansporing om het ‘beleid van de Geest’ te erkennen naast al wat ons in de Schrift wordt geopenbaard.’
Niemeijer ziet in de Schrift ruimte voor verschillende standpunten ten aanzien van vrouwen in leidinggevende ambten. Hagens: ‘De ruimte van de Schrift is niet een ruimte die de Schrift zelf biedt, maar een ruimte die wij toestaan en die wij zelf kunnen vergroten (…) Wij mogen als consumenten op de exegetische vrijmarkt gaan winkelen om daar de exegese uit te zoeken die ons het meest bevalt. (…) Bijbeluitleg is vandaag een keuzemenu.’ Hagens eindigt, naast waardering voor de pastorale bedoeling van Niemeijer, met een indringende opmerking: ‘Hoewel ik deze bedoeling waardeer, is de (uit)weg die hij wijst, niet de weg van tot inkeer komen, maar een weg van welbewuste aanpassing aan de eigentijdse (westerse) cultuur – waarbij hij mijns inziens de onrust/verdeeldheid in de kerken meer wegpraat dan wegneemt.’
Deel één en deel twee zijn te lezen op de website van bezinningmvea.nl.
Het gezag van Gods Woord en de synodebesluiten over m/v en ambt
Onder deze titel schreef dr. B. van Egmond een bijdrage op de website bezinningmvea. Deze site beoogt kerkleden en kerkenraden te helpen bij hun bezinning over de besluiten van de GKv-synode Meppel 2017 over de toelating van vrouwen tot alle ambten. De site biedt ook hulp bij het vragen van revisie aan de volgende synode. Deze bijdrage van dr. B. van Egmond gaat in op de manier waarop de GS met de Bijbel omgaat in deze besluiten. Van Egmond maakt onderscheid tussen de Bijbel als norm, de Bijbel als bron voor geloof en de Bijbel als inspiratiebron. Hij wijst aan dat de GS in het bijbelgebruik niet de Bijbel als norm heeft gebruikt, maar de Bijbel als inspiratiebron met name in besluit 3 (‘uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om volop ruimte te bieden voor de inzet van gaven van vrouwen in taakvelden zoals verkondiging, onderwijs, pastoraat en diaconaat’). Van Egmond: ‘In de gronden onder besluit 3 worden bijbelteksten gebruikt om te illustreren dat God in de loop van de geschiedenis de ongelijkheid tussen man en vrouw overwint. (…) Vervolgens worden die gegevens gebruikt om de conclusie te trekken dat God eigenlijk al in het OT het tekort van exclusief mannelijke ambtsdragers aan de kaak stelde. Maar deze conclusie volgt niet uit deze bijbelteksten. De gegevens worden gebruikt om te fungeren in een buitenbijbels kader, dat van de strijd om de emancipatie van de vrouw ten opzichte van de man.’
Hermeneutische overwegingen bij de toepassing van de ‘zwijgteksten’ m.n 1 Tim. 2:8-15
Ds. H. Room schreef een bijdrage onder deze titel op de website bezinningmvea. Het is een reactie op een stuk in het Nederlands Dagblad (28-09-2017), geschreven door prof. Dr. P. van Houwelingen, dr. M. De Klinker-de Klerck en dr. H. Schaeffer, voorafgaand aan een studiedag over hermeneutiek in Kampen. Ten aanzien van de zogenaamde zwijgteksten menen deze drie auteurs dat ze vandaag niet meer op dezelfde manier geldigheid hebben als in de tijd van Paulus. Ds. Room biedt in deel één een weergave van wat deze auteurs hebben geschreven. In deel twee geeft hij een beoordeling. De auteurs menen dat de keus van Paulus om te verwijzen naar Adam en Eva (Genesis 2 en 3) een hermeneutische keus van de apostel is. Ds. Room wijst er daarentegen op dat die keus voortkomt uit de tekst van 1 Tim. 2 zelf. Room stelt dat we de woorden van de apostel niet kunnen beperken tot tijdgebonden uitspraken, wanneer de tekst onszelf dat niet duidelijk maakt. Room merkt op dat de auteurs door hun hermeneutische keuzes het contact met Genesis 2 en 3 loslaten. Hij gaat vervolgens op diverse aanverwante aspecten in, waaronder de toepassing van de betekenis van 1 Timotheüs 2 voor vandaag.
Mannen en vrouwen vullen elkaar aan
In Nader Bekeken van november 2017 stond een artikel van prof. dr. E.A. de Boer onder de titel ‘Mannen en vrouwen vullen elkaar aan in de ambten’. Aansluitend schreef dr. P. Boonstra: ‘Mannen en vrouwen vullen elkaar aan: een reactie’. Boonstra legt daar onder meer de vinger bij een passage waar De Boer Paulus’ betoog in 1 Tim. 2 bestempelt als Paulus’ ‘leeswijze’ of ‘vertelling’: “Het is niet zo dat Paulus ons in 1 Timotheüs slechts een belangrijke leeswijze van Genesis 2–3 zou geven. Hij geeft een instructie die hij motiveert vanuit Genesis 2–3.” En verder: “Het kwalijke van de typering van ‘leeswijze’ is dat je daarmee suggereert dat we allemaal zo onze eigen leeswijze hebben om de Bijbel te lezen. En dat elke lezing zijn goed recht heeft. In ieder geval geeft de ‘lezing’ van Paulus niet de doorslag. Ik kan niet anders doen dan hier de vinger bij leggen en een ernstige waarschuwing laten horen.” Als geheel zijn beide bijdragen te lezen op de website van Woord en Wereld.
Stil leven
In het novembernummer van 2017 van Nader Bekeken stond een artikel van ds. B. Luiten onder de titel ‘Stil leven’. Aansluitend schreef dr. P. Boonstra een reactie. De discussie gaat over 1 Timotheüs 2 met aandacht voor de vraag of het voorschrift van vers 12 voor alle tijden geldt. Ds. Luiten stelt van niet. Zijn redenering is als volgt: “In die tijd werd spreken en onderwijzen gezien als een vorm van overheersen. In onze tijd is dat niet meer het geval. Dus kun je daarom op grond van dit voorschrift niet zeggen dat het spreken en onderwijzen vandaag voor de vrouw verboden is.” Dr. Boonstra gaat in zijn reactie in op de vraag of woorden als overheersen (HSV) of gezag hebben (NBV) negatief opgevat moeten worden (zoals vaak wordt gezegd): “Het heeft dan de betekenis van ‘de baas spelen over’. Wanneer de vrouw op die manier onderwijst en gezag heeft dan wordt dát door Paulus verboden. Daarmee verbiedt hij niet dat de vrouw op een goede manier onderwijs geeft en gezag voert thuis of in de kerk. Maar is dat zo?” Boonstra wijst er dan op dat het van belang is te kijken naar de context en verwijst naar aanwijzingen die Paulus in 1 Timotheüs 3 geeft over leiding geven en op een waardige manier gezag uitoefenen: “Bij het ambt van opziener is er dus sprake van ‘heersen’. Maar dat is positief bedoeld. Ze hebben een speciale verantwoordelijkheid, namelijk het ‘hoeden van de kudde’ (1 Petrus 5:2). Voor deze verantwoordelijkheid zullen ze rekenschap moeten afleggen aan de Opperherder (1 Petrus 5:4) (…) In dit licht heeft ‘gezag hebben’ een positieve betekenis, het gaat om herderlijk gezag.” In beide teksten komen uiteraard meer aspecten aan de orde.
Rechtvaardiging voor vrouwelijke predikanten & Besluit gewogen en te licht bevonden
In Nader Bekeken van november 2017 geeft dr. C. Van Dam een beoordeling van het besluit van de GS Meppel 2017 om vrouwen ook toe te laten tot het ambt van predikant. En eerder, in oktober 2017, een beoordeling van het besluit van de GS Meppel 2017 om vrouwen toe te laten tot alle kerkelijke ambten.
De synodebesluiten rondom ‘M/V en ambt’
Onder deze titel schrijft dr. P. Boonstra in Nader Bekeken van september 2017 over achtergronden van (de redenen tot) de besluiten van de GS Meppel 2017 om vrouwen tot alle ambten toe te laten. Hij merkt op dat de synode in ieder geval niet heeft aangetoond dat de apostolische voorschriften voor ons niet meer gelden: “Dat betekent dat die voorschriften nog steeds overeind staan. Deze teksten inzake zwijgen, respectievelijk niet leren of gezag oefenen door vrouwen, vormen voldoende grond voor het niet toelaten van de vrouw tot het leer- en regeerambt. Dit wordt ondersteund door andere schriftgegevens. Het feit dat de kerk van vele eeuwen het leer- en regeerambt gesloten heeft gehouden voor vrouwen is met nadruk ook gebaseerd op andere teksten in de Bijbel.”