Voorstanders van de vrouw in het ambt worden nu bij voorbaat weggezet als niet bijbelgetrouw. Is de houding om voorstanders weg te zetten als niet bijbelgetrouw wel juist?

Het ging mij in deze lezing niet om het beoordelen van personen, maar om het beoordelen van opvattingen. In dit geval de opvattingen die zijn neergeschreven in onze synodebesluiten. Wordt in deze synodebesluiten op een manier met de Bijbel omgegaan die recht doet aan het karakter van de Bijbel als Gods Woord (zoals we daar belijdenis van doen in de NGB)? Ik concludeer dat dat niet zo is. Daarmee heb ik inderdaad de opvattingen die in de gronden onder synodebesluiten staan beoordeeld als niet bijbelgetrouw. Ieder die meent dat deze analyse niet klopt, mag met zijn of haar argumenten mijn betoog bestrijden. Maar we moeten in de kerk tegen elkaar kunnen zeggen dat opvattingen geen recht doen aan het Woord van God, juist om elkaar bij Gods Woord te bewaren. Het gaat immers niet om onze persoonlijke eer (je moet respect voor mij en mijn mening hebben), maar om de eer van God (doe ik Gods Woord recht met mijn overtuiging?).

 

Je stelde dat het bij het gebruik van de Bijbel als inspiratiebron gaat om het opbouwen van je eigen geloofsbouwwerk. Wat zegt dit over de opvatting van geloof die hier achter zit?

Geloven is kort samengevat: alles willen aanvaarden wat God tegen ons zegt in zijn Woord. Het is je eigen autonomie opgeven. Een benadering van de Bijbel waarin ik beslis wat ik eruit meeneem en wat niet, houd in dat ik uiteindelijk de inhoud van mijn eigen geloof zelf vormgeef. Ik onderwerp mij dan niet aan de Here God, maar ik onderwerp Hem aan mijzelf, of aan een norm van buiten de Bijbel. Dat is zonde tegen het tweede gebod: God op een andere manier vereren dat Hij in zijn Woord ons bevolen heeft.

 

Als we de zwijgteksten zo letterlijk moeten nemen, waarom andere teksten dan niet? (over hoofdbedekking; bidden met opgeven handen)

Hier raken we aan de hermeneutiek: de leesregels voor het uitleggen van de Bijbel. Daar kan ik veel over zeggen in het algemeen. Ik wil er hier dit over zeggen: het is opvallend dat de teksten waarvan vaak gezegd wordt ‘dat doen we nu toch ook niet meer’ gaan over bepaalde fysieke handelingen: het dragen van een sluier, bidden met opgeheven handen, het geven van de heilige kus. Die fysieke handelingen hebben een symbolische betekenis. Het gaat niet om de sluier op zichzelf, het gaat niet om de heilige kus op zichzelf. Er zit een principe achter dat door die handeling wordt uitgedrukt. De sluier over het hoofd (palla) was in de tijd van Paulus een manier om uit te drukken dat de vrouw haar/de man erkende als hoofd. Een kus was een manier om elkaar te groeten en vriendschap uit te drukken. Een heilige kus drukt de gemeenschap van de heiligen uit.

Vaak maken de apostelen zelf ook duidelijk dat het om zo’n principe achter de fysieke handeling gaat. Bijvoorbeeld in 1 Korintiërs 11. In vs. 3 en 7-9 verwoordt Paulus het principe. De man is het hoofd van de vrouw. En de vrouw is geschapen uit de man en om de man. Om die positie van de vrouw ten opzichte van haar man uit te drukken, droeg men in die tijd een sluier over het hoofd. Dat werd als passend gezien voor een (getrouwde) vrouw (vs. 13). Daarmee communiceerde je dus dat je je door God gegeven positie als vrouw ten opzichte van de man erkende. Maar dat een palla die betekenis heeft, heeft te maken met de ‘culturele taal’ die je spreekt. In andere culturen heeft de palla die betekenis niet. Om dus recht te doen aan de norm die erachter zit, kan dat betekenen dat je in een andere cultuur een andere vorm gebruikt. Overigens blijft staan: als je zou moeten concluderen dat Paulus vrouwen wel degelijk opdraagt een hoofdbedekking te dragen, dan moeten we dat natuurlijk gewoon doen. En er zijn mensen in Amerika die hiervoor, op exegetische gronden, inderdaad pleiten, evenals voor het dragen van lang haar.[1]

Hoe zit het nu met 1 Timoteüs 2,10-15? Niets in deze tekst (of in de rest van de Bijbel) wijst erop dat Paulus’ verbod aan vrouwen een cultureel bepaald symbool is van een andere principe. Het komt juist overeen met wat de regering van de kerk zoals je die door heel de bijbelse geschiedenis heen tegenkomt. En dat is ook niet zo verwonderlijk. Want Paulus vertelt ons dat dit gebod gegrond is in de schepping, en geschonden werd bij de zondeval. Adam werd eerst geschapen en daarna Eva. En niet Adam werd misleid, maar de vrouw werd misleid en kwam zo tot overtreding (vs. 13-14).

 

Als een bijbeltekst zijn gezag verliest omdat de uitleg omstreden is, hoeveel Bijbel blijft er dan over?

Geen. De hele kerkgeschiedenis door is er discussie over de uitleg van allerlei bijbelteksten. En die discussies gingen over nog grotere thema’s dan de vrouw in het ambt. Denk aan de discussies over de godheid van Christus in de vroege kerk tussen Athanasius en Arius. Of over de leer van de rechtvaardiging door het geloof alleen tussen Rome en de Reformatie. Ook toen werden teksten door verschillende partijen verschillend uitgelegd. Maar dat was nooit een reden om te zeggen: dan weten we dus niet meer wat de teksten betekenen. Inderdaad houd je dan geen eenduidige inhoud van de Bijbel meer over. Men deed wat er gedaan moet worden: alles werd getoetst aan Gods Woord en het goede werd behouden (1 Tess. 5,20-21). Zo werd de belijdenis van de kerk gevormd en tegen dwalingen verdedigd.

 

Hoe reëel vindt u het aanvragen van revisie, als kerken de vrouw in het ambt al hebben ingevoerd?

Ik denk dat het nu de tijd is om alles uit de kast te halen om duidelijk te maken dat er in de synodebesluiten op een ongereformeerde manier met de Bijbel wordt omgegaan, in de hoop dat daarnaar geluisterd wordt (of dat wordt aangetoond dat dit niet zo is). Daarnaast de weg van revisie gaan, in de hoop en met het gebed dat besluiten worden teruggedraaid, en kerken ook bereid zijn op hun schreden terug te keren, als ze de vrouw in het ambt al hebben ingevoerd. Wij hebben m.i. de plicht om in dit opzicht geduld te hebben, en op te roepen tot bekering, biddend dat die bekering er mag komen, of dat anders boven tafel komt dat men van de ingeslagen weg niet wil terugkeren.

 

U zegt dat we weer samen naar de Bijbel moeten gaan luisteren. Maar kunnen we dat nog wel? Als voorgangers in de GKv verdedigen dat teksten geen eigen betekenis hebben, maar dat de betekenis ervan afhankelijk is van onze leesbril/vooroordeel? Moeten we niet eerst van ons voetstuk komen, niet onszelf als maatstaf, maar God centraal stellen, ook als startpunt van hermeneutiek?

Ik denk inderdaad dat Gods spreken tot ons uitgangspunt moet zijn bij de benadering van de Bijbel. Hij komt naar ons toe met zijn Woord. Hij wil ons zijn wil duidelijk maken. Dan mogen we er ook vanuit gaan dat Hij daarin slaagt. Wij moeten ervan uit gaan dat God te begrijpen is, als hij ons zijn wil communiceert. Als dat namelijk niet zo zou zijn, hoe zou God ons het dan ooit kunnen aanrekenen als wij niet luisteren? We mogen er dus vanuit gaan dat God eenduidig spreekt in de Bijbel, en dat ieder mens door te lezen en te luisteren kunnen begrijpen wat Hij zegt. Dat kan ieder mens door Gods algemene genade.

Wel is het zo dat wij uit onszelf niet willen aanvaarden wat God zegt. De natuurlijke mens aanvaardt de dingen van de Geest niet. Het aanvaarden van wat God in zijn Woord zegt, dát is het bijzondere werk van de heilige Geest. Wij zullen uit onszelf allerlei excuses zoeken om Gods duidelijke woord niet te hoeven aanvaarden. Dat zie ik ook in een postmoderne benadering van de Bijbel gebeuren. Er wordt gesteld dat onze eigen leesbril ons zó in de weg zit, dat we nooit met zekerheid kunnen zeggen wat God ons in de Bijbel zegt. Dat wordt ervaren als een soort ‘noodlot’. In die situatie doen we er dan het beste aan elkaars interpretaties te accepteren. Maar ondertussen kan dat een manier zijn om je te onttrekken aan het concrete spreken van God, en je eigen autonomie te handhaven. Wij willen uit onszelf niet dat God duidelijk spreekt. Want als dat zo is, moeten we geloven en gehoorzamen, en onze eigen autonomie opgeven.

 

Waarom horen we zo weinig van predikanten die tegen de synodebesluiten zijn? Waarom komen zij niet samen in actie?

Er wordt op verschillende manieren voorlichting gegeven door predikanten, bijvoorbeeld via Nader Bekeken en de site bezinningmvea.nl. Tegelijk is het van belang om de kerkelijke weg te gaan. Via je eigen gemeente en kerkenraad revisie aanvragen bij de volgende synode. Daar mogen en moeten predikanten elkaar en broeders en zusters bij helpen. Maar dat moet wel in eerste instantie gebeuren via de plaatselijke kerkenraad. Predikanten proberen broeders en zusters te helpen die weg plaatselijk te gaan.

 

Als we de Bijbel als norm hanteren, gaan we dan terug naar de tijd dat vrouwen bedekt in de kerk komen, lang haar dragen, bedekt in de kerk komt? Waarom is dat losgelaten?

Zie voor een deel van het antwoord wat ik bij de derde vraag schreef. Daaraan wil ik toevoegen dat het inderdaad belangrijk is om vanuit de Bijbel na te denken over een gedeelde stijl als mannen en vrouwen in de kerk. Dat betekent niet dat er een kledingvoorschrift is dat alle tijden gelijk is. Wél dat je nadenkt hoe je vandaag zo goed mogelijk vorm geeft aan apostolische voorschriften die gaan over hoe je je gedraagt en kleedt en voordoet in de gemeente.


[1] https://www.headcoveringmovement.com/.